Isolatieklasse

Er worden diverse isolatiematerialen gebruikt in elektromotoren, elk met zijn eigen functie.
• Isolatie van het wikkeldraad.
• Groef – en fase- isolatiematerialen voor isolatie tussen wikkeling, het statorblikpakket en fasewikkeling onderling.
• Impregnering van de complete wikkeling.
• Isolatiekous voor doorverbindingen.
• Isolatie van uitlopers (Tussen de wikkeling en het klemmenbord).

Alle isolatiematerialen zijn onderverdeeld in klassen, aangeduid met Y-A-E-B-F-H-C. Iedere klasse heeft zijn eigen temperatuurgrens. Isolatiemateriaal van
een bepaalde klasse behoudt bij de bijhorende grenstemperatuur zijn mechanische en elektrische eigenschappen.

Aan de hand van de temperatuurgrenzen worden de maximaal toelaatbare bedrijfstemperaturen van de wikkeling in de elektromotor bepaald.
De temperatuur van de wikkeling stijgt door koper- en ijzerverliezen in de elektromotor tijdens het draaien. De gemiddelde temperatuurstijging van de
wikkeling wordt bepaald aan de hand van de weerstandsmethode (meting van de verhoging van de wikkelingsweerstand veroorzaakt door de
temperatuurstijging).
MEZ motoren worden standaard gewikkeld in isolatieklasse F, met wikkelingstemperatuurstijging in overeenstemming met klasse B (Max 80K).
Dit betekent dat de motor een extra temperatuur reserve heeft van 25K. Deze reserve kan gebruikt worden voor kortstondige overbelasting, een hogere
omgevingstemperatuur (boven 40°C), voor spanning- & frequentiefluctuaties,…