Thermische beveiliging

Motorbeveiliging
Zoals vereist en ook gebruikelijk, worden elektromotoren beveiligd tegen overbelasting. Een elektromotor raakt defect als de isolatiematerialen hun mechanische en elektrische eigenschappen verliezen ten gevolge van veroudering door oververhitting (verbranden).

Elektromotoren worden beveiligd tegen overbelasting. Een elektromotor raakt defect als de isolatiematerialen hun mechanische en elektrische eigenschappen verliezen, ten gevolge van veroudering door oververhitting.

Levensduur

De genormaliseerde waarde voor de levensduur van isolatiemateriaal bedraagt 20.000 tot 25.000 uur, gebaseerd de maximaal toelaatbare grenstemperatuur van het betreffend materiaal. In de meeste gevallen wordt deze theoretische levensduur met een veelvoud overschreden. De isolatieklasse bepaalt de maximaal toelaatbare wikkelingstemperatuur van 120°C bij klasse B (grenstemperatuur 130°C) en 135°C bij klasse F (grenstemperatuur 155°C).

Bij iedere 10°C overschrijding van de maximale wikkelingstemperatuur, loopt de levensduur van de wikkeling met de helft terug.

 

De meest voorkomende thermische beveiliging die elektromotoren beschermt tegen overbelasting:

Thermocontacten (Geactiveerd door het passeren van stroom):

Deze bescherming is geschikt voor relatief kleine motoren, aangezien deze elementen beperkt
worden door de stroom die kan passeren. Deze elementen zijn uitgerust met een thermische
schakelaar (bimetaal), die geactiveerd is met de hitte veroorzaakt door het passeren van stroom.
Er zijn automatische thermocontacten die automatisch herstarten wanneer de motor afkoelt
en er is een handmatige reset.

PTC Thermistor (Postive Temperature Coefficient weerstand):

Er kan gebruik gemaakt worden van een PTC thermistor (Temperatuur afhankelijke weerstand)
als men alleen de wikkeling wilt beveiligen en pas ingrijpen als de max. toelaatbare wikkelingstemperatuur
bereikt wordt. Het is een weerstand die in koude toestand, een kleine weerstandswaarde
heeft. De temperatuurafhankelijkheid van de weerstand is niet lineair, het gedraagt zich
als een bijzondere kromme. Als de PTC samen met een relais in het hulpstroomcircuit van de
elektromotor gebruikt wordt, dan wordt de elektromotor uitgeschakeld op het moment dat de
grenstemperatuur bereikt wordt. De PTC reageert enkel op de temperatuur van de wikkeling,
onafhankelijk van de motorstroom.

PT100 zijn RTD’s (Resistance Temperature Detector of Resistance Thermometers)

Het is een temperatuursensor die gebruikt wordt in de meettechniek. Het grote meetbereik,
het lineaire gedrag, de lange levensduur, de nauwkeurigheid en de eenvoudige aansluiting zorgt
ervoor dat PT100 zeer vaak gebruikt wordt. Het lineaire verband tussen temperatuur en de
weerstand is een belangrijk verschil met de PTC. Het getal 100 verwijst naar de elektrische
weerstand van 100 ohm (± 0,1 ohm), die de sensor bij 0°C heeft.

Het gebruik van thermische beveiliging wordt aanbevolen voor VSD (Variable Speed Drive) toepassingen (frequentiesturing).
Het gebruik van thermistors is verplicht voor ATEX motoren wanneer ze gebruikt worden voor VSD toepssingen.